Spelsystemen | Hoe laat je jouw team blokkeren?

In een eerder blog over spelsystemen schreven wij al eens dat bij volleybal de verdediging vaak de beste aanval is, en de befaamde Cruijffiaanse uitspraak “als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren” misschien wel heel erg van toepassing is op ons mooie spelletje. In dat blog beschreven we toen de belangrijkste/bekendste verdedigingssystemen. Maar de verdediging begint eigenlijk al eerder, namelijk aan het net. Hoe de verdedigers in het achterveld staan opgesteld, is voor een groot deel afhankelijk van hoe er geblokkeerd wordt. Daarom bespreken we vandaag de belangrijkste blokkeersystemen en -keuzes. Hoe laat je jouw team blokkeren?

Er zijn natuurlijk ontzettend veel mogelijkheden om de blokkering te regelen binnen een team. In dit blog bespreken we de belangrijkste blokkeringsprincipes, gebaseerd op de basis-aanvalsopbouw van de tegenstander. We onderscheiden drie  principes: het zonesysteem met de lijnopstelling aan het net, het ‘read-and-react-” vs. het “commit”-blok en het formeren van een 2-blok.

Zonesysteem & lijnopstelling

zones systeem blokkeren volleybal
Afbeelding 1: Drie blokkeerzones

In dit systeem is elke blokkeerder verantwoordelijk voor zijn eigen zone. De blokkeerders staan naast elkaar op één lijn opgesteld. Bij iedere aanval in hun eigen zone, is de verantwoordelijke blokkeerder degene die in ieder geval een 1-blok zet. In het gebied waar de zones elkaar overlappen proberen de twee betreffende blokkeerders samen een 2-blok te zetten.

In dit systeem zijn er drie verschillende uitgangsposities: een brede, een smalle en een op rechts geconcentreerde. Wanneer gebruik je welke startopstelling?

Brede startopstelling wanneer:

  • de tegenstander niet vaak via een snelle aanval door het midden speelt
  • de tegenstander een tweede tempo-aanval door het midden speelt
  • de buitenblokkeerders niet goed op het midden kunnen assisteren

Smalle startopstelling wanneer:

  • de tegenstander vaak een aanval door het midden speelt
  • de buitenblokkeerders capabel zijn om zowel op het midden te assisteren als een goed blok op buiten te zetten

Startopstelling met concentratie op rechts wanneer:

  • de tegenstander een 1-5 systeem speelt en de spelverdeler aan het net staat
opstelling blokkeren volleybal
Afbeelding 2: brede, smalle en op rechts geconcentreerde startopstelling bij blokkering.

Read & React vs. Commit

De termen Read and React en Commit zijn twee verschillende blokkeerintenties aan die door elkaar heen gebruikt kunnen worden. Ze geven aan op welke manier er op een snelle aanval van de tegenstander gereageerd wordt.

‘Read-and-react’

Het doel van de ‘read and react’-intentie van blokkeren op midden is: een verdedigend blok op een 1e tempo-aanval en een 2-blok op een 2e tempo-aanval.

  • De blokkeerders lezen de houding van de spelverdeler om info te krijgen waar de set-up heen gaat.
  • Ze wachten tot ze de set-up zien vertrekken
  • Ze reageren wanneer de set-up uit de handen van de spelverdeler vertrokken is door te springen of zijwaarts te verplaatsen en dan te springen
‘Commit’

Het doel van de ‘commit’-intentie van blokkeren is:  het blokkeren van de 1e tempo-aanval door met de aanvaller mee te springen, en pas in tweede instantie te pogen om een 2-blok te zetten bij de tweede tempo-aanval.

  • De speler die voor de 1e tempo-aanval moet blokkeren springt met de aanvaller mee
  • De andere blokkeerders kunnen eventueel assisteren bij het blok nadat de set-up is gegeven
  • Als de spelverdeler geen 1e tempo speelt, maar een 2e tempo op buiten is er vaak een 1-blok op positie 2 of 4

Het formeren van een 2-blok

Zoals gezegd: de blokkering is de eerste (en beste) verdediging. Daarom geldt (in principe): hoe meer blokkeerders, des te beter. Daarom is het verstandig, en van belang, dat je probeert een 2-blok te formeren waar dat mogelijk is, met als doel om de ruimte voor de aanvaller zo klein mogelijk te maken.

Hoe bereik je dat doel?

  • Creëer een sluitend blok, d.w.z. zorg ervoor dat de vier handen van de twee blokkeerders bij elkaar aansluiten.
  • Houd de handen zo dicht mogelijk op de bal – en doe dit krachtig (buikspieren aanspannen)
  • Let op bij de verplaatsing: voor een korte afstand maak je side steps; voor een lange verplaatsing gebruik je een kruispas of loop je.

Geef de meeste aandacht voor een 2-blok aan de buitenkanten. Waarom?

  • er wordt veel vaker over positie 2 en 4 aangevallen
  • assisteren op het midden gaat ten koste van de uitvoering van het buitenblok
  • weinig blokkeerders die assisteren op een 1e tempo-aanval, raken ook daadwerkelijk de bal
2-blok op positie 2 en 4

Belangrijk bij het 2-blok op de buitenposities is dat de buitenspeler de positionering van het blok bepaalt. Daarvoor geldt over het algemeen dat hij het blok positioneert in het verlengde van de aanlooprichting van de aanvaller. De lengte-as van de buitenblokkeerder komt recht voor de slagschouder van de aanvaller en de blokkeerder draait naar binnen, zodat zijn schouderlijn wijst naar positie 6 (mid-achter).

Hoe bepaalt de buitenblokkeerder waar hij zijn blok zet?

1. Scannen (ver van het net): pass, beschikbare aanvallers.
2. Zoomen: de startpositie, loopactie van de buitenaanvaller
3. Kijk naar de spelverdeler (speelhouding / stand van de handen)
4. Kijk naar het 1e deel van de baan van de set-up
5. Kijk naar de aanvaller (positie / looprichting / waar komt hij uit / slagschouder)
6. Kijk naar de bal

De middenblokkeerder kijkt zoveel mogelijk naar dezelfde dingen, maar het is vooral belangrijk dat hij let op de positie van de voeten van de buitenblokkeerder, zodat hij goed kan aansluiten en op tijd mee kan springen. Vervolgens let hij op de positie van de binnenste hand van de buitenblokkeerder. Hij plaatst zijn eigen hand hiernaast.

2-blok op positie 3

Uiteraard is het ook verstandig om een 2-blok op positie 3 te zetten (op de positie van de zogenaamde steek-aanval, of ‘31’). Het enige verschil is hier dat de middenblokkeerder de positie van het blok bepaalt en de buitenblokkeerder aansluit en een defensief blok zet. Wanneer de spelverdeler voorspeler is, schuiven vaak de middenblokkeerder en passer-loper meer naar rechts.

Meer weten over blokkering of spelsystemen?

Volleybalopleidingen.nl is de officiële trainersopleider van Nevobo. Kijk rustig rond in onze blogs, of neem contact met ons op via info@volleybalopleidingen.nl.

In onze VT3-opleidingen besteden we twee volledige workshops de tijd aan spelsystemen. In de ene workshop kijken we naar spelsystemen tijdens de side-out en koppelen we dit aan de technieken van de service, de pass en de set-up. In de andere workshop focussen we op systemen tijdens de transitie en koppelen we dat aan de technieken van de aanval, de blokkering en de verdediging.

Wil je meer informatie over onze VT3-opleiding? Kijk dan hier of stuur ons een mail voor meer informatie! We leiden je graag op voor je VT3-diploma of komen een volledige opleiding bij jouw vereniging verzorgen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Spelsystemen | Hoe laat je jouw team blokkeren?

In een eerder blog over spelsystemen schreven wij al eens dat bij volleybal de verdediging vaak de beste aanval is, en de befaamde Cruijffiaanse uitspraak “als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren” misschien wel heel erg van toepassing is op ons mooie spelletje. In dat blog beschreven we toen de belangrijkste/bekendste verdedigingssystemen. Maar de verdediging begint eigenlijk al eerder, namelijk aan het net. Hoe de verdedigers in het achterveld staan opgesteld, is voor een groot deel afhankelijk van hoe er geblokkeerd wordt. Daarom bespreken we vandaag de belangrijkste blokkeersystemen en -keuzes. Hoe laat je jouw team blokkeren?

Er zijn natuurlijk ontzettend veel mogelijkheden om de blokkering te regelen binnen een team. In dit blog bespreken we de belangrijkste blokkeringsprincipes, gebaseerd op de basis-aanvalsopbouw van de tegenstander. We onderscheiden drie  principes: het zonesysteem met de lijnopstelling aan het net, het ‘read-and-react-” vs. het “commit”-blok en het formeren van een 2-blok.

Zonesysteem & lijnopstelling

Afbeelding 1: Drie blokkeerzones

In dit systeem is elke blokkeerder verantwoordelijk voor zijn eigen zone. De blokkeerders staan naast elkaar op één lijn opgesteld. Bij iedere aanval in hun eigen zone, is de verantwoordelijke blokkeerder degene die in ieder geval een 1-blok zet. In het gebied waar de zones elkaar overlappen proberen de twee betreffende blokkeerders samen een 2-blok te zetten.

In dit systeem zijn er drie verschillende uitgangsposities: een brede, een smalle en een op rechts geconcentreerde. Wanneer gebruik je welke startopstelling?

Brede startopstelling wanneer:

  • de tegenstander niet vaak via een snelle aanval door het midden speelt
  • de tegenstander een tweede tempo-aanval door het midden speelt
  • de buitenblokkeerders niet goed op het midden kunnen assisteren

Smalle startopstelling wanneer:

  • de tegenstander vaak een aanval door het midden speelt
  • de buitenblokkeerders capabel zijn om zowel op het midden te assisteren als een goed blok op buiten te zetten

Startopstelling met concentratie op rechts wanneer:

  • de tegenstander een 1-5 systeem speelt en de spelverdeler aan het net staat
Afbeelding 2: brede, smalle en op rechts geconcentreerde startopstelling bij blokkering.

Read & React vs. Commit

De termen Read and React en Commit zijn twee verschillende blokkeerintenties aan die door elkaar heen gebruikt kunnen worden. Ze geven aan op welke manier er op een snelle aanval van de tegenstander gereageerd wordt.

‘Read-and-react’

Het doel van de ‘read and react’-intentie van blokkeren op midden is: een verdedigend blok op een 1e tempo-aanval en een 2-blok op een 2e tempo-aanval.

  • De blokkeerders lezen de houding van de spelverdeler om info te krijgen waar de set-up heen gaat.
  • Ze wachten tot ze de set-up zien vertrekken
  • Ze reageren wanneer de set-up uit de handen van de spelverdeler vertrokken is door te springen of zijwaarts te verplaatsen en dan te springen
‘Commit’

Het doel van de ‘commit’-intentie van blokkeren is:  het blokkeren van de 1e tempo-aanval door met de aanvaller mee te springen, en pas in tweede instantie te pogen om een 2-blok te zetten bij de tweede tempo-aanval.

  • De speler die voor de 1e tempo-aanval moet blokkeren springt met de aanvaller mee
  • De andere blokkeerders kunnen eventueel assisteren bij het blok nadat de set-up is gegeven
  • Als de spelverdeler geen 1e tempo speelt, maar een 2e tempo op buiten is er vaak een 1-blok op positie 2 of 4

Het formeren van een 2-blok

Zoals gezegd: de blokkering is de eerste (en beste) verdediging. Daarom geldt (in principe): hoe meer blokkeerders, des te beter. Daarom is het verstandig, en van belang, dat je probeert een 2-blok te formeren waar dat mogelijk is, met als doel om de ruimte voor de aanvaller zo klein mogelijk te maken.

Hoe bereik je dat doel?

  • Creëer een sluitend blok, d.w.z. zorg ervoor dat de vier handen van de twee blokkeerders bij elkaar aansluiten.
  • Houd de handen zo dicht mogelijk op de bal – en doe dit krachtig (buikspieren aanspannen)
  • Let op bij de verplaatsing: voor een korte afstand maak je side steps; voor een lange verplaatsing gebruik je een kruispas of loop je.

Geef de meeste aandacht voor een 2-blok aan de buitenkanten. Waarom?

  • er wordt veel vaker over positie 2 en 4 aangevallen
  • assisteren op het midden gaat ten koste van de uitvoering van het buitenblok
  • weinig blokkeerders die assisteren op een 1e tempo-aanval, raken ook daadwerkelijk de bal
2-blok op positie 2 en 4

Belangrijk bij het 2-blok op de buitenposities is dat de buitenspeler de positionering van het blok bepaalt. Daarvoor geldt over het algemeen dat hij het blok positioneert in het verlengde van de aanlooprichting van de aanvaller. De lengte-as van de buitenblokkeerder komt recht voor de slagschouder van de aanvaller en de blokkeerder draait naar binnen, zodat zijn schouderlijn wijst naar positie 6 (mid-achter).

Hoe bepaalt de buitenblokkeerder waar hij zijn blok zet?

1. Scannen (ver van het net): pass, beschikbare aanvallers.
2. Zoomen: de startpositie, loopactie van de buitenaanvaller
3. Kijk naar de spelverdeler (speelhouding / stand van de handen)
4. Kijk naar het 1e deel van de baan van de set-up
5. Kijk naar de aanvaller (positie / looprichting / waar komt hij uit / slagschouder)
6. Kijk naar de bal

De middenblokkeerder kijkt zoveel mogelijk naar dezelfde dingen, maar het is vooral belangrijk dat hij let op de positie van de voeten van de buitenblokkeerder, zodat hij goed kan aansluiten en op tijd mee kan springen. Vervolgens let hij op de positie van de binnenste hand van de buitenblokkeerder. Hij plaatst zijn eigen hand hiernaast.

2-blok op positie 3

Uiteraard is het ook verstandig om een 2-blok op positie 3 te zetten (op de positie van de zogenaamde steek-aanval, of ‘31’). Het enige verschil is hier dat de middenblokkeerder de positie van het blok bepaalt en de buitenblokkeerder aansluit en een defensief blok zet. Wanneer de spelverdeler voorspeler is, schuiven vaak de middenblokkeerder en passer-loper meer naar rechts.

Meer weten over blokkering of spelsystemen?

Kijk rustig rond in onze blogs, of neem contact met ons op via info@scherp-volleybal.nl.

In onze VT3-opleidingen besteden we twee volledige workshops de tijd aan spelsystemen. In de ene workshop kijken we naar spelsystemen tijdens de side-out en koppelen we dit aan de technieken van de service, de pass en de set-up. In de andere workshop focussen we op systemen tijdens de transitie en koppelen we dat aan de technieken van de aanval, de blokkering en de verdediging.

Wil je meer informatie over onze VT3-opleiding? Kijk dan hier of stuur ons een mail voor meer informatie! We leiden je graag op voor je VT3-diploma of komen een volledige opleiding bij jouw vereniging verzorgen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *